E-mail 085-8081 499
X

Wet bevordering voortgezet ouderschap

Uitgelegd: de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is op 1 maart 2009 ingevoerd.

Belangrijk uitgangspunt van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is dat de ouders zich samen na scheiding verantwoordelijk blijven voelen voor de verzorging, de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen. Het gezamenlijke ouderlijk gezag, dat tijdens het huwelijk al werd uitgevoerd, zal na scheiding in principe dan ook doorlopen. Het kind heeft daarbij recht op een gelijkwaardige verzorging van de beide ouders. Zo hebben beide ouders het recht om hun kinderen te verzorgen en op te voeden. Ook na scheiding.

Belang van kind stat centraal

Door invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is het kind bovenaan komen te staan in scheidingssituaties. Voordat de echtscheidingsprocedure wordt gestart moeten de ouders samen afspraken maken en regelingen treffen voor de kinderen. Deze afspraken en regelingen worden vastgelegd in een ouderschapsplan. Het ouderschapsplan dient door beide ouders te worden ondertekend. Het ouderschapsplan wordt daarna gehecht aan het bij de rechtbank in te dienen verzoekschrift tot echtscheiding. Als dat niet mogelijk blijkt, dan zal in het verzoek tot echtscheiding gemotiveerd moeten worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is.

Minimumeisen

Om de belangen van de kinderen te waarborgen dient het ouderschapsplan aan minimale voorwaarden te voldoen. Zo moet uit het ouderschapsplan blijken hoe:

  • de zorg voor de kinderen wordt verdeeld;
  • de ouders elkaar op de hoogte houden en raadplegen;
  • ouders in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen voorzien;
  • de kinderen bij het maken van het ouderschapsplan zijn betrokken.